JOY in Weakness - Verlangen
Licht zijn in deze wereld waarin het zo duister lijkt | Martina

Jezus wekt op uit de dood
Ik geloof in genezing, dat mensen genezen gaan worden. In Lucas 7 staat: 'De Here God ontfermt zich over haar en zorgt voor haar." Jezus is in het stadje Naïn, waar een weduwe haar zoon gaat begraven. Jezus zag haar hart, Hij begon met haar verdriet. Daarna legde Hij zijn hand op het jongetje en hij leefde weer.
Heer, wat doe ik hier voor U?
Dat verhaal is precies waar ik soms mee zit. Jezus zag het verdriet en schonk genezing. In mijn werk als kinderverpleegkundige in Amsterdam zie ik ook veel verdriet, maar genezing blijft uit.
In september was ik in één week tijd bij twee gezinnen op het moment dat het kind overleed. Ik worstel vaak: 'Heer, wat doe ik hier voor U? Ik zou meer willen vertellen over U aan deze mensen, waar zoveel verdriet is, vragen, boosheid, onmacht.'
Ik zie het lijden, de kanker die deze jonge kinderen heeft overgenomen. Dat is zo verdrietig.
Laat me Uw lichtje zijn
Anderhalve week geleden nam mijn team de zorg voor een jongetje over van het ziekenhuis: hij mocht naar huis om daar zijn laatste dagen door te brengen. In het gesprek met de ouders en het ziekenhuis bespreken we wat we kunnen bieden voor dit gezin, zodat ze zonder angst over wat er allemaal kan gebeuren alleen thuis kunnen zijn met hun kind. In dat gesprek zag ik de angst bij de vader: straks gaat mijn zoon heel erg lijden en dan, kunnen we er niet gewoon nu een einde aan maken?
'Nee, dat is niet goed,' dacht ik. Na jarenlange ervaring weet ik dat die laatste dagen heel erg belangrijk zijn. We gaan de strijd weghalen, zorgen dat er rust in huis komt, in het gezin, zodat de tijd die ze nog samen hebben, goed is.
Zo'n gesprek ga ik altijd biddend heen: 'Heer, geef me de juiste woorden, laat zien wat ze nodig hebben, laat me uw lichtje zijn.'
De dagen erna was ik vrij, en zorgden mijn collega's voor dit gezin. Het jongetje heeft een paar hele goede dagen gehad, gedaan wat hij nog wilde doen terwijl hij heel ziek was. Het leek wel of alle energie weer naar boven kwam.
Dat is Jezus
Toen ik het stokje weer overnam was het zijn vijfde dag thuis. De moeder appte me in de ochtend al: wil je nu komen, want het gaat niet goed.
Ik zag dat de jongen een stap verder was in zijn proces, hij had alles gedaan wat hij wilde doen. Biddend ging ik er weer heen: 'Heer, wilt u mij wijsheid geven, dat ik zie wat nodig is.'
Bizar soms dat ik net weer op het allerlaatste erbij ben. Dit is de derde keer in een paar maanden tijd.
Ik zag in dat we met alles moesten stoppen, niets meer geven aan de jongen en de ouders geruststellen. 'Wat fijn dat jij er bent,' zeiden ze steeds, 'net alsof je een aura om je heen hebt.'
Ik zeg: 'Ik weet wel wie die aura is, dat is Jezus.' Dat is zo'n bevestiging voor mij. Dan wil ik zeggen dat er hoop is in deze wereld en dat is Jezus. Die ouders proeven daar wel van, maar kunnen niet zeggen wat het is.
Een laatste gebed
Uiteindelijk hebben we die middag alles eruit gehaald. Het jongetje was twaalf. Hij was de medische spullen zo zat. Op zijn laatste kracht heeft hij nog de maagsonde eruit gehaald. Twee uur later kwam ik weer langs en ik zei tegen de ouders: 'Dit gaat niet lang meer duren, ga maar bij hem zitten.'
Ze lieten me heel dicht bij het jongetje komen en ik mocht ook voor hem bidden daar. Ik legde mijn handen op zijn buik en borst en ik sprak de legermacht van Gods engelen over hem uit.
Zijn ouders hielden zijn hand vast, gingen tegen hem praten en toen viel hij langzaam weg. Heel rustig en heel langzaam.
De volgende dag appte de moeder dat ze die avond een hele wake voor het raam hadden gezet met allemaal kaarsjes voor hun zoon. Met een bord met daarop: als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.
Dus ik appte terug dat ik daar een lied van kende, en heb het liedje gedeeld met haar.
Ik zie dat ik mag zaaien. Mijn gebed voor dit gezin, deze moeder, is dat ze gaat vragen om meer van Jezus te horen. Dat ze in dit verdriet Jezus mogen zien.
Verlangen naar zoveel meer
God gaf vrede bij dit jongetje: de nare voorspellingen waren niet uitgekomen, hij mocht rustig gaan. Maar mijn verlangen is dat zulke kinderen genezen worden.
Dat lees ik ook in Lucas 7: Jezus ontfermt zich over een weduwe. Hij wekt haar zoon op uit de dood. Dat houdt me bezig.
Ik geloof niet dat God me kwalijk neemt dat ik niet genoeg doe. Dat ik niet handen opleg voor genezing. Zo vaak mag ik dat wel doen. Een meisje vroeg me om voor haar te bidden. En dan hoop ik ook dat dit meisje genezen gaat worden van alle wonden. Want artsen weten soms ook niet meer wat ze moeten doen.
Dat is mijn gebed voor deze wereld, en mijn werk. Dat ik een licht kan zijn voor deze mensen.
Maar soms verlang ik naar zoveel meer.